Taxeren op gebruiksoppervlakte
Sinds 1 juli 2011 is het verplicht om de gegevens uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) te gebruiken voor WOZ-taxaties. Dat gold niet voor het gebruik van de gebruiksoppervlakte. De meeste gemeenten en belastingsamenwerkingsverbanden taxeren de woningen op basis van de bruto inhoud. Ook onze gemeente taxeert op basis van bruto inhoud. In september 2016 heeft de Waarderingskamer het besluit genomen dat, met een overgangstermijn van vijf jaar, alle woningen verplicht moeten worden getaxeerd op basis van de gebruiksoppervlakte van de BAG. Het besluit van de Waarderingskamer om hier op over te gaan, sluit veel beter aan op de beschikbare openbare gegevens. De marktinformatie die we gebruiken bij het taxeren van woningen is in de meeste gevallen gebaseerd op de gebruiksoppervlakte van de woning. Daarnaast is het in het kader van het stelsel van basisregistraties “eenmalige inwinning meervoudig gebruik van gegevens” een logische stap.
De impact voor alle uitvoeringsorganisaties is groot.
We zijn in 2019 gestart met het project om van alle woningen de gebruiksoppervlakte te bepalen. We liggen op schema en we verwachten het project, conform planning, uiterlijk eind 2021 af te ronden.
Fiscale vereenvoudigingswet en kwijtschelding
Per 1 januari 2017 is de Fiscale vereenvoudigingswet van kracht. Die wet zet in op een vermindering van de administratieve lasten van burgers en bedrijven, een vermindering van de uitvoeringskosten van de Rijksbelastingdienst en een vermindering van de regeldruk. De invoering van de Fiscale vereenvoudingswet heeft enkele gevolgen voor de kwijtscheldingsregels van gemeenten, waaronder de mogelijkheden tot bezwaar en beroep. De huidige rechtsbescherming m.b.t. kwijtschelding van belastingen kent een administratief beroep bij het college als enige en laatste beroepsinstantie. Een wijziging die met deze vereenvoudigingswet in werking treedt, is dat tegen de afwijzing van een verzoek om kwijtschelding bezwaar en beroep openstaat bij de fiscale rechter. De geplande inwerkingsdatum van 1 januari 2019 was niet haalbaar voor de Rijksbelastingdienst. De verwachting is dat deze wijziging pas na 2021 in werking treedt. En dat geldt dus ook voor gemeenten.
Overschrijding macro-norm
Volgens cijfers van het onderzoeksinstituut COELO stijgt de totale landelijke OZB-opbrengst in 2019 met € 163,4 miljoen, een stijging van 4,07%. De landelijke macronorm voor 2019 is 4%. Dat betekent dat de OZB-opbrengst in 2019 landelijk € 2,8 miljoen meer is gestegen dan zou mogen volgens de macronorm.
Vanaf 2020 wordt een benchmark woonlasten ingevoerd om jaarlijks de ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijker te maken. Daarmee komt een einde aan het monitoren met de macronorm.