Met de weerstandscapaciteit bedoelen we de aanwezige middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken.
Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met het eerste wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het huidige niveau. Met structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van programma’s. Hieronder wordt zowel op de incidentele als de structurele weerstandscapaciteit van de gemeente ‘s-Hertogenbosch ingegaan.
Incidentele weerstandscapaciteit
Hiertoe behoren:
1. Algemene reserve
Uitgangspunt is een algemene reserve van 15 procent van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Voor 2019 bedroeg de algemene uitkering € 291,6 miljoen. Dit is inclusief de middelen voor het sociaal domein van € 130,4 miljoen.
Het streefniveau van de algemene reserve exclusief de overgehevelde middelen Sociaal Domein (15 procent van € 161,2 miljoen) is € 24,2 miljoen.
Het rekeningresultaat bedraagt € 1,4 miljoen. Onze bestendige gedragslijn is het verwerken van het rekeningresultaat in de algemene reserve. De werkelijke stand per 31 december 2019 is € 23,9 miljoen. Na bestemming van het rekeningresultaat komt de stand € 1,1 miljoen boven de streefwaarde. Met het oog op de noodzakelijke ombuigingen vanaf 2021 en de ongewisse financiële impact van het COVID-19 (Corona) virus gaan we behoedzaam om met dit surplus en zien we dit als eerste aanzet voor het vormen van een behoedzaamheidsreserve in onze begroting.
Het streefniveau van het sociaal & zorgfonds (7,5 procent van € 130,4 miljoen) is € 9,8 miljoen. De werkelijke stand per 31 december 2019 is € 15,3 miljoen. Het sociaal & zorgfonds is daarmee hoger dan het gehanteerde streefniveau.
Net zoals bij de algemene reserve is het niet zo dat dit bedrag altijd in het fonds moet zitten want dan heeft dit fonds geen functie. Het is een streefwaarde en in moeilijke tijden kunnen we onder de streefwaarde blijven.
2. Bestemmingsreserves
Bij bestemmingsreserves heeft de raad een bedrag gereserveerd voor een, door de raad zelf, bepaalde aanwending. De raad kan te allen tijde een besluit nemen tot een andere aanwending, waardoor deze reserves dus op incidentele basis kunnen worden ingezet om tegenvallers het hoofd te bieden. Dit is echter niet voor alle bestemmingsreserves mogelijk. Als voorbeeld kunnen de reserve activa (€ 46,1 miljoen) en de reserve Essent (€ 290,9 miljoen) genoemd worden. De reserves activa dienen ter dekking van afschrijvingen van investeringen die in het verleden al gedaan zijn. Als deze reserves voor een ander doel worden aangewend, zijn toekomstige afschrijvingen niet meer gedekt en ontstaat een tekort op de reguliere exploitatie. Ook inzet van de reserve Essent dividend compensatie leidt direct tot een tekort op de reguliere exploitatie. De renteopbrengst van deze reserve wordt namelijk als dekking ingezet in de reguliere exploitatie. Als dan middelen uit de reserve worden gehaald, vervalt een deel van de dekking en dient er direct omgebogen te worden. Vooralsnog zijn deze bestemmingsreserves niet vrij besteedbaar.
De stand van de bestemmingsreserves per 31 december 2019 bedraagt € 558,3 miljoen.
Een overzicht van alle reserves is opgenomen in de staat van reserves, welke is opgenomen in de jaarrekening.
3. Stille reserves
Van stille reserves is sprake als de marktwaarde van de bezittingen (activa) van de gemeente de boekwaarde daarvan overstijgt.
Het gaat hierbij om vaste activa (panden). Voorwaarde voor het opvoeren van deze stille reserves in de weerstandscapaciteit is dat de activa direct verkoopbaar zijn indien de gemeente dat zou willen. De gemeentelijke panden zijn over het algemeen minder courant, omdat de gebruiksmogelijkheden relatief beperkt zijn. Gezien de marktomstandigheden voor dergelijk vastgoed voorzien wij geen stille reserve op onze panden.
Structurele weerstandscapaciteit
Hiertoe behoren:
1. Post onvoorzien
De post voor onvoorziene uitgaven bedroeg in de begroting 2018 € 225.000. Van het geraamde bedrag is € 61.550 gebruikt. Dit bedrag betreft een bedrag van € 50.000 betreffende een bijdrage voor vernieuwing en herinrichting Nationaal Monument Kamp Vught en een bedrage van € 11.550 voor constructieve maatregelen Hekelbrug.
2. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit geeft een indicatie van de mogelijkheden die een gemeente heeft om haar inkomsten via extra belastingopbrengsten te verhogen. De belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente ’s-Hertogenbosch zijn de OZB inkomsten, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Sinds enkele jaren zijn gemeenten vrij om zelf de OZB-tarieven te bepalen, zonder rekening te moeten houden met door het Rijk opgelegde maximale tarieven. Wel geldt tot en met 2019 een macronorm die niet overschreden mag worden.
Voor ‘s-Hertogenbosch is berekend welke mogelijkheid er nog is om de OZB te verhogen tot het normtarief-OZB voor toelating tot artikel-12 van de Financiële verhoudingwet (Fvw). Deze berekening is gebaseerd op de meest recente gegevens uit de begroting 2020.
Het normtarief artikel-12 bedraagt voor 2020 0,1853% van de WOZ-waarde. Het gewogen OZB-tarief ligt in ‘s-Hertogenbosch op 0,1378%. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt dus 0,0475% van de WOZ-waarde wat overeenkomt met een ruimte van € 14,5 miljoen.
We bepalen deze onbenutte belastingcapaciteit alleen om ons weerstandsvermogen te kunnen bepalen.
De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn reeds volledig kostendekkend.