Jaarstukken 2019

Jaarrekening

Toelichtingen op de balans

 5. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Bedragen x € 1 miljoen

31-12-2019

01-01-2019

31-12-2018

Vorderingen op openbare lichamen

22,1

24,6

24,6

Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden

-

-

-

Overige verstrekte kasgeldleningen

0,9

1,1

1,1

Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar

-

-

-

Rekening-courantverhouding met het Rijk

-

-

-

Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen

0,2

1,6

1,6

Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd < 1 jaar

-

-

-

Overige vorderingen

6,2

5,7

5,7

Overige uitzettingen

19,5

15,0

15,0

48,9

48,0

48,0

Vorderingen op openbare lichamen bestaan voornamelijk uit een vordering op de belastingdienst van € 19,5 miljoen. (2018: € 20,6 miljoen) in het kader van het BTW-compensatiefonds (BCF). Daarnaast zijn opgenomen een vordering op het ministerie van BZK inzake de algemene uitkering van € 0,7 miljoen (2018: € 1,5 miljoen), een vordering op de belastingdienst inzake de VPB van € 0,7 miljoen (2018: € 2,0 miljoen) en een vordering op de belastingdienst vanwege het nog te ontvangen lage-inkomensvoordeel van € 0,3 miljoen. De overige vorderingen betreffen belastingdebiteuren € 6,2 miljoen (2018: € 5,7 miljoen).
De overige uitzettingen bevatten de debiteuren ten bedragen van € 19,5 miljoen (2018: € 15,0 miljoen). Op het saldo van de debiteuren is een bedrag van € 7,9 miljoen (2018: € 7,9 miljoen) uit hoofde van voorzichtigheid voor oninbaarheid in mindering gebracht.

ga terug